Ga naar de inhoud

Balkbrug anno 1919.

Op verzoek van de redactie van dit orgaan, naar aanleiding van een artikel in het vorige nummer, wil ik, als één van de eerste, en mogelijk oudste leden van de Historische Vereniging, iets vertellen over Balkbrug. Hoe zag Balkbrug er uit zo rond de jaren 1919 en daarna. Die vraag kwam voort uit een opmerking over de bruggen, weergegeven in het eerste nummer van de negende jaargang. De eerste draaibrug in Balkbrug heb ik niet gekend. Van de draaibrug, die ik wel kende, lag het draaipunt aan de zuidelijke kant van de Dedemsvaart. Ik zie nog zo voor me hoe mevrouw Loman, de vrouw van de provinciale opzichter Loman, eerst de brug over moest om de vergrendeling er af te duwen, dan een lange staaf van ongeveer 4 centimeter dik, die op de brugleuning opgesloten lag, naar buiten trok en dan met haar rug duwde om de brug uiteindelijk in beweging te krijgen. In beweging zijnde ging het bijna vanzelf verder.

Ja, hoe zag Balkbrug er uit zo rond 1919? Aantekeningen heb ik natuurlijk niet van die tijd. Wel zijn er diverse herinneringen. In 1919 ging ik op 1 april naar school en was toen nog vier jaar. Hoe is dat mogelijk zult u misschien denken, want men moest vóór 1 april vijf 5 jaar zijn. Inderdaad, maar men keek toen nog niet op een dag, een week of nog langer. Het mocht echter geen mei zijn. Zodoende was ik één van de jongste leerlingen en ook één van de kleinste.

Het tolhuis aan de Meppelerweg

We woonden in een uithoek van Wijk I, namelijk aan de Meppelerweg, waar nu de familie Luten woont en tegenover het oude tolhuis, dat enkele jaren geleden werd afgebroken en plaats maakte voor een andere woning, te weten de dubbele woning, die wordt bewoond door de gezinnen Bruins en Paasman. Die grens tussen de toenmalige wijken I en K is er nog tot op heden. Verderop ging alles naar school in Oud-Avereest. Hoe die schoolweg er uit zag? Heel smal, zo’n drie meter breed plus een smalle berm. Het was een klinkerweg met aan weerszijden bos. Vanaf ons huis, aan de linkerzijde, stond geen enkel huis tot aan de caféboerderij van de familie P. Dolfsma. Het weiland van de familie Dolfsma begon op de grond waarop nu de gereformeerde kerk vrijgemaakt staat en liep door tot aan de Hoogeveenseweg. Het lag verschoten achter een zeer wilde meidoornheg, die door liep tot aan de grond van de familie Esselink. De heg ging van daar over in bos, tot aan de boerderij en het café van de familie Dolfsma. Op die plaats staat nu zalen- en bowlingcentrum Takens. Zoals ik er nu tegen aan kijk was het een boerderij met ongeveer vijf tot zes hectare grond.

Tussen ons huis en de woning van de familie Van Genne stonden grote populieren. De woning van de familie van Genne werd destijds bewoond door de familie Donkersloot. Er was een grote tuin bij en op die plaats staat nu de woning van huisarts Duistermaat. Verder in de richting Balkbrug was het allemaal bos, tot en met het terrein van het Hervormd centrum ”het Trefpunt”. Verder was er aan de rechterkant weiland, tot aan het pand van de familie v.d. Bos, schilders- en drogistwinkel annex verfwaren. De firma M. van Blanken zat toen in het pand waar nu ”De Leste Cent” is. Daarnaast was een open stuk, met enkele drassig plekken. Op de plek waar nu bakkerij Schutte gevestigd is stond toen een hele grote landbouwschuur van boer-hotelhouder Duitshof van hotel ”De Munnink” Duitshof was toen ook nog hengstenhouder van de Coöperatieve Paardenfokvereniging en stamboekfokker van Groot Yorkvarkens. Hotel ”De Munnik” is nu eigendom van WIC. Verder op de hoek Meppelerweg-Coevorderweg stonden woningen van de provincie, zoals die op de foto’s in het eerste nummer van negende jaargang zijn afgedrukt. Op dat punt ging de verharde weg over de brug naar de zuidzijde van de Dedemsvaart. De trambaan ging rechtdoor, evenals de zandweg ernaast. De situatie was dus: langs het kanaal eerst het jaagpad voor de scheepsjagers, tevens zandweg, dan de tram naar Zwolle en Meppel en daarnaast een fietspad.

Het tramstation te Balkbrug.

De tramlijn naar Meppel boog af op het latere terrein van de firma Beverwijk en ging door het Heuveltjesbos richting Meppel. In de jaren ’19 stond daar een boerderijtje waarin de familie De Bruin woonde. In de 30-er jaren is dit boerderijtje afgebrand en niet weer herbouwd. Op het ”hoekje der Ten Kate’s” liep de tram weer langs de Meppelerweg. Er was in die tijd sprake van Evert van ’t Hoekje. Roelof van ’t Hoekje en Geu van ’t Hoekje. Met de vermelding Balkbrug erbij kwam het altijd over, want de postbesteller wist wel om wie het ging.

Nu weer terug naar de ”zaandkaante”. Men had direct rechts het tramstation met café en inlaadmogelijkheden voor goederen en vee, voor zowel Zwolle als Meppel. De mensen uit Dedemsvaart die per tram naar Meppel gingen, moesten in Balkbrug overstappen. De tram uit Dedemsvaart liep door naar Zwolle. Alle materiaal aan wagens en locomotieven voor de tram naar Meppel was ondergebracht in een grote hal, die ook stond op het tegenwoordige terrein van de firma Beverwijk. Het postkantoor stond ook aan de ”zaandkaante”, aan de westzijde van het tramstation en vormde er zelfs één geheel mee. Die ”zaandkaante” liep door tot aan ”Brug Zes”. Die brug lag even voorbij de toenmalige maalderij ”De Vlijt” binnen de gemeente Nieuwleusen. Er is thans weinig meer dat aan ”De Vlijt” herinnert, omdat veruit de meeste gebouwen zijn gesloopt. Op dat punt ging de verharde Zwolseweg weer naar de noordzijde in de richting Den Hulst en Nieuwleusen. Bij ”Brug Zes” ”verhuisde” de zandweg weer naar de zuidzijde van de Dedemsvaart.

V.l.n.r.: molen “De Star”, het pand Pluim aan de Ommerweg, dan aan de Zwolseweg de panden van Nijensikkens, Koning, een dubbele gemeentewoning, het “cachot” en de bewaarplaats voor brandspuiten.

Terug naar de school in wijk I. In mijn tijd gingen de kinderen van de Noordkant wel naar de school in wijk I (geopend in 1895), maar in het begin van de eeuw gingen ze naar de school in wijk K (Oud-Avereest). Ook Den Kaat hoorde onder wijk K. Met gemeentelijke toestemming mochten de kinderen van Den Kaat later ook naar de scholen in wijk H (Sponturfwijk) en I.

De schoolweg na de brug langs de zuidzijde van de Dedemsvaart, zag er als volgt uit: eerst een kalverweide van grossier, meelhandelaar en boer J.F. Pluim (de kalverweide omvatte de huidige parkeerplaats van Princess Garden), de terreinen van slagerij Nijensikkens, Van Ulst, Ter Horst en mevrouw Veldman en dan op de hoek aan de oostzijde van garage Schipper stond het ”cachot”, de ”gevangenis” van Balkbrug. In dat gebouw was ook nog ruimte voor de brandspuit, een exemplaar met handbediening.

Voorlopig laat ik het hierbij.

G.W. Prins

error: Inhoud is beveiligd! ©HVAvereest