Ga naar de inhoud

Coöp. Verbruikersver. “Blijft Trouw”.

Onder de vele zaken en bedrijven, welke in de afgelopen jaren gedwongen waren, om wat voor reden dan ook, hun activiteiten in de gemeente Avereest te staken, wil ik er ditmaal enige naar voren halen en wel de zaak van de Coöperatieve Verbruikersvereniging “Blijft Trouw”. Deze winkel is gevestigd geweest in het pand Julianastraat nummer 48 te Dedemsvaart, momenteel het poeliersbedrijf van Jan Dragt. Het was destijds de grootste kruideniers-, brood- en banketwinkel van Dedemsvaart, met veel medewerkers.

Tijdens het schrijven van het hierna volgende verhaal schoten mij telkens persoonlijke herinneringen over “Blijft Trouw”, of zoals men in Dedemsvaart placht te zeggen “De Coöperatie” te binnen, welke ik in dit stukje heb verwerkt.

Het pand van de Coöp aan de Julianastraat.

Op donderdag 10 juli 1919 werd op initiatief van de heren A.Kampen en H.Tinholt een vergadering bijeen geroepen in het café Meijerink (in de betrokken advertentie staat abusievelijk vermeld “Meijering”) in de Marktstraat te Dedemsvaart. Het doel van deze bijeenkomst was het oprichten van een verbruikerscoöperatie. Men kwam tot de ontdekking, dat in Dedemsvaart wel behoefte bestond aan een dergelijke instelling. Op 18 augustus 1919 werd de heer Weitkamp uit Hardenberg, destijds lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, uitgenodigd om het doel en het wezen van een verbruikersvereniging uiteen te zetten. De heer Weitkamp moedigde de vergadering aan om over te gaan tot de oprichting hiervan, evenals dat destijds in Hardenberg was geschied. Er werd naarstig doorgewerkt en op 2 september 1919 werd in een openbare vergadering een bestuur gekozen, hetwelk bestond uit de heren J.Knol, A.Kampen, G.Reurink, H.Tinholt, J.Dekker, H.Zelhorst en A.J.Burgers.

In de vergadering van 7 november 1919 werden tot leden van de Commissie van Toezicht gekozen de heren J.Mol, B.Ruys, K.Vondeling, E.J. Romkes en E. Koops. Velen van hen hebben gedurende een lange reeks van jaren de belangen van de coöperatie op uitmuntende wijze behartigd. De heer Roelof Spithorst heeft meer dan 25 jaar de functie van secretaris vervuld.

Tijdens de oorlogsjaren 1940 – 1945 werd het voorzitterschap door dhr. J.Knol overgedragen aan dhr. W. Veenbaas.   De Heer Veenbaas is tot de fusie met de Coöperatie “Samenwerking” in Deventer in juni 1963 voorzitter geweest. Het bestuur had in 1919 handen vol werk. Er werd dan ook met grote regelmaat vergaderd en zo geleidelijk aan kwam men verder. In de vergadering van 17 december 1919 werd aan de leden medegedeeld, dat – behoudens goedkeuring van de vergadering – het pand van de heer Berends aan de Kalkwijk, nu Julianastraat, gekocht zou worden. Al spoedig bleek, gezien de groei van de zaak, dat er een bedrijfsleider moest komen. Er werd een advertentie geplaatst in het “Nieuwsblad van het Noorden”, waarop zich 33 sollicitanten als bedrijfsleider aanmeldden. Na veel wikken en wegen werd besloten een zekere heer Arkema te benoemen tegen een salaris van f  20,00 per week. Als winkeljuffrouw werd aangesteld mej. Hilje Sissing. Op 1 oktober 1929 werd de heer R. Spoelstra benoemd tot bedrijfsleider. Gedurende 33 jaren heeft laatstgenoemde als bedrijfsleider van “Blijft Trouw” de belangen van deze zaak op uitmuntende wijze behartigd. Onder zijn voortreffelijke leiding is in overleg met het bestuur veel tot stand gekomen. Ook tijdens de moeilijke oorlogsjaren 1940-1945 bleef de Coöperatieve “Blijft Trouw” een hechte plaats in de Avereester gemeenschap houden. De heer Spoelstra legde zijn functie om gezondheidsredenen in 1964 neer en vertrok naar Vierhouten.

“Blijft Trouw” mocht zich steeds verheugen in een gestadige groei en uitbreidingen en vernieuwingen volgden elkaar regelmatig op. In juni 1963 fuseerde “Blijft Trouw” met de Coöperatie “Samenwerking” in Deventer. Mocht dit in sommige opzichten wat onwennig aandoen bij de leden, al spoedig bleek, dat het toenmali­ge bestuur juist gehandeld had. Daaavoor, maar in het bijzonder in de jaren daarna, werd duidelijk, dat er gestreefd diende te worden naar grotere eenheden, vandaar de fusies en het samengaan van meerdere bedrijven en instellingen.

Mederk(st)ers van de Coöp.

1. De medewerkers van “Blijft Trouw”

Voor zover ik heb kunnen nagaan, hebben de volgende personen, hetzij voor langere of kortere tijd, in de winkel van “Blijft Trouw” gewerkt:

a. Als bedrijfsleider de reeds hiervoor genoemde heren Arkema en Spoelstra.

b. De boekhouder. Als boekhouder heeft de heer Geert Bokking tal van jaren dienst gedaan. Zijn assistente was Sientje Zagers.

c. Het winkelpersoneel. In de winkel hebben de navolgende dames en heer gewerkt: Hilje Sissing, Jo Reurink, Mien Klomp, Lena Klomp, Grietje Drenth, Betty op de Woert, Appie Gombert en Anton Gras.

d. Het bakkerij-personeel. De brood- en banketbakkerij van “Blijft Trouw” had een zeer ruime omzet. Alhoewel uiteraard de keuze in brood- en gebaksoorten destijds lang niet zo groot was als vandaag de dag, werden er toch diverse soorten brood en banket gebakken. Van de mensen, die in de bakkerij werkzaam waren herinner ik mij nog de heren Hendrik Schipper, Eltje Koiter, Bart Gras, Henk Sempel, Hans de Lange en Hendrik Wagenvoord. De meesten van hen hebben een zeer lange staat van dienst gehad.

e. De venters. Als venter bij” Blijft Trouw” hebben de navolgende personen dienst gedaan, onder anderen Hajo Luppes, Hendrik Baas, Lex Gras, Jan Bokxem, Jelto Poolman, Willem Kleis, Gerard Sieljes, Jan Haasjes en Hendrik Haasjes, Jan Houvast en diens broer Hendrik Houvast en Berend Vrieling.

Deze mensen hadden het aanvankelijk lang niet gemakkelijk. Met een afgeladen mand vol kruidenierswaren en bakkersartikelen en aan het stuur van de zware transsportfiets nog eens een aantal tassen, moesten zij – weer of geen weer – er op uit om de klanten van “Blijft Trouw” te bedienen.

De wegen in de gemeente Avereest waren in de periode voor de Tweede Wereldoorlog niet zo erg best. De smalle en door vorst en regenachtig weer dikwijls glibberig geworden paadjes langs de vele “wieken”, die Dedemsvaart toen rijk was, gaven vaak aanleiding tot het nemen van een onvrijwillig bad door de venter. De schade was dan aanzienlijk, omdat dikwijls de gehele inhoud van de grote broodmand nat werd en derhalve onverkoopbaar was geworden.

Later is dat een stuk beter geworden, omdat er toen gevent werd met auto’s en met zogenaamde electro-wagentjes. In het begin werd ook wel gevent met paard en wagen. “Blijft Trouw” was eigenares van een stukje weiland, dat gelegen was in de nabijheid van het oude zwembad “Nut en Ontspanning” aan de toen zo geheten Hagedoornstraat. Als het paard geen dienst hoefde te doen mocht het dier in het weilandje rondhuppelen.

2. Het dividend

De prijzen van de door de klanten gekochte levensmiddelen en van het brood werden genoteerd in boekjes, het bruine “winkelboekje” en het blauwe “broodboekje”. Na afloop van het betrokken boekjaar werden de eindbedragen van de beide boekjes bij elkaar opgeteld. In de jaarlijkse algemene ledenvergadering van “Blijft Trouw” werd bekend gemaakt, welk percentage aan dividend er over het afgelopen boekjaar aan de klanten zou worden uitgekeerd. Meestal was dat vier procent. Het dividend werd op een aparte dividendrekening geboekt. De klant werd in het bezit gesteld van het dividendboekje. Als de betrokken klant een totaal bedrag van vijftig gulden aan dividend bijeen had gespaard, werd dit bedrag aan hem uitgekeerd.

Er werd in de Avereester gezinnen, die als lid stonden ingeschreven bij “Blijft Trouw”, nauwlettend op toe gezien, dat er bijna alleen inkopen werden gedaan bij de Coöperatie. het ging namelijk om het dividend. De boekhouder van “Blijft Trouw”, wijlen de heer Geert Bokking,  vertelde mij eens, dat men dagenlang bezig was om de bedragen van de vele honderden kruideniers- en broodboekjes op te tellen. Dikwijls moest er overgewerkt worden om alles op tijd klaar te krijgen. Er waren toen nog geen computers, waarbij je door een druk op de knop precies kon aflezen hoeveel iedere klant in het betreffende boekjaar had gekocht aan kruideniers- en broodwaren.

3. Klompen

Wij droegen vroeger klompen. Mooie geel geschilderde klompen met een kleurrijk bloemmotief. Deze klompen waren gemaakt in de klompenfabriek van de Firma Neuteboom in Hattem. Uiteraard moesten ook de klompen – ook weer ter wille van het lokkende dividend – worden aangeschaft bij “Blijft Trouw”. Je moest dan de winkel doorlopen, de trap op naar boven, waar de klompenzolder zich bevond. Als je te lang op die klompenzolder verbleef kwam er iemand van het winkelpersoneel (meestal was dat Anton Gras) eens kijken wat je uitspookte. Anton hielp dan met het uitzoeken en het passen van de klompen, zodat je snel weer op straat stond.

4. De eerste oorlogsdag

In de vroege morgen van vrijdag 10 mei 1940, enkele uren na de Duitse inval in Nederland, verschenen twee Duitse soldaten van de “Wehrmacht” in de winkel van “Blijft Trouw”. Het op dat moment in de winkel aanwezige personeel vluchtte de bakkerij in, met uitzondering van het toen l7-jarige winkelmeisje Grietje Drenth – Grietje was niet bang voor de Duitsers en vroeg in haar beste school-Duits wat ze wensten. De vertegenwoordigers van het “Herrenvolk” wilden “Brot, Butter und Schinken”, waarmee ze de winkel verlieten en op hun motor, die voor de winkel stond, hun ontbijt gereed maakten. Op dat zelfde moment kwamen één van mijn buurjongens en ik aangelopen. We zagen, dat een van de Duitsers met zijn bajonet een broodje doormidden sneed, het vervolgens dik besmeerde met pure Hollandse roomboter en er daarna grote plakken ham op legde. Zelden heb ik iemand zo zien schrokken. Het was alsof de man in geen dagen had gegeten. Kennelijk was het met de voedselvoorziening in de “Heimat” bijzonder slecht gesteld.

5. Roggebrood voor de dwangarbeiders

De directie van “Blijft Trouw”, het winkelpersoneel en zeer in het bijzonder de mensen, die in de bakkerij werkzaam waren hebben – speciaal in de laatste oorlogsjaren – hun uiterste best gedaan om hun honderden klanten op allerlei gebied voort te helpen. Men ging daarbij terecht uit van de gedachte, dat er na de ellende van de oorlog betere tijden zouden aanbreken waarin men dan ook klanten graag van dienst wilde zijn. Ik herinner mij nog heel goed, dat mijn vader, die als typograaf (zetter) werkzaam was bij de Firma G.J.Gelderman, de uitgeefster van de “Dedemsvaarsche Courant”, op 10 maart 1943 gepakt werd bij de zogenaamde “Arbeitseinsatz”. Hij werd toen op transport gesteld en verbleef ergens in Duitsland. De spaarzame brieven, die wij van hem mochten ontvangen, getuigden van veel ellende, zoals bombardementen en bijzonder slechte voeding, waaronder de beruchte ‘Kohlsuppe”. Wij hadden destijds van een landbouwer in Dedemsvaart een mud rogge gekocht. Tegen inlevering van een aantal kilogrammen rogge gaven de bakkers van “Blijft Trouw” je een knots van een roggebrood mee, dat wij dan onverwijld via de PTT. naar mijn vader in Duitsland stuurden. Praktisch alle roggebroden, die wij vanaf medio 1943, tot aan de bevrijding verzonden, zijn ter bestemder plaats aangekomen, behalve die van midden oktober 1943, toen de stad, waar mijn vader verbleef (Kassel) zeer zwaar werd gebombardeerd en nagenoeg geheel in puin lag. Mede dank zij de roggebroden van “Blijft Trouw” is mijn vader de oorlog redelijk doorgekomen.

6. Roombroodjes

Tijdens de oorlogsjaren bezocht ik de Openbare M.U.L.O.-school aan de Julianastraat. Deze school, waarop eerst de heer R.Bergsma en later de heer J.de Haan de scepter zwaaiden, heeft gestaan op de plaats, waar nu de “Doe Land”-winkel van de heer G.J. Timmerman is gevestigd. In de oorlog en speciaal in het laatste oorlogsjaar, kon men praktisch niets meer kopen. Het was dan ook een uitkomst voor de leerlingen van de M.U.L.0.-school, die over enig zakgeld beschikten, om in de pauze bij “Blijft Trouw” zogenaamde “roombroodjes” te kunnen kopen zonder bon. Deze roombroodjes bestonden uit een klein langwerpig broodje, waartussen een klodder WENA-pudding was gesmeerd en bestrooid was met een witte stof, die voor poedersuiker moest doorgaan. Speciaal in het laatste jaar van de oorlog verkocht “Blijft Trouw” veel van deze broodjes aan de leerlingen van de M.U.L.O.-school.

Het wagenpark van de Coöp.

7. Het 40-jarig jubileum

Op 16 september 1959 werd het 4O-jarig jubileum van de Coöperatieve Verbruiksvereniging “Blijft Trouw” op feestelijke wijze herdacht. Reeds vroeg in de ochtend wapperden voor het bedrijfspand de coöperatie-vlaggen. In de middaguren werd in Restaurant Kiewiet aan de Julianastraat een druk bezochte receptie gehouden. Het volledige bestuur van “Blijft Trouw”, de Raad van Commissarissen en het personeel waren hierbij aanwezig. Onder de gasten, die hun gelukwensen kwamen aanbieden was de heer Charbo, president-directeur van Coöp. Nederland. Ook de besturen van de Coöperaties in de omgeving en tal van vertegenwoordigers van coöperatieve en andere verenigingen in de gemeente Avereest en omgeving gaven van hun belangstelling blijk. De voorzitter, de heer W.Veenbaas, gaf een historisch overzicht van de voorbije veertig jaren. Verheugend, aldus spreker, is het feit, dat van de oprichters nog enkelen in leven zijn. Zo waren aanwezig de heer Reurink, die deel uitmaakte van het eerste bestuur en de heer Smit, die één der eerste leden was. De heer Veenbaas liet verder het wel en het wee van het bedrijf de revue passeren. “Begonnen werd, dank zij de hulp van de Coöperatieve Boerenleenbank “Sluis VII’, met een kapitaal van f 10.000,00 Thans, veertig jaren later, zijn in het bezit van de coöperatie geheel vrije kapitale bedrijfsgebouwen met inventaris, een winkel en bakkerij-voorraad voor een maand en een bedrijfskapitaal van f 50.000,00. Toen de eerste ledenvergadering werd gehouden, kon de toenmalige voorzitter mededelen, dat het ledental de 160 was gepasseerd. Thans zijn bijna 800 leden ingeschreven”, aldus spreker. Ook met de omzet ging het steeds crescendo. Het jaar van het lustrum werd een omzet bereikt van f 120.000,00. In 1958 bedroeg de omzet f 684.403,00. Het grote succes – aldus de heer Veenbaas – van deze vooruitgang is mede te danken aan het ijverige personeel, dat onder leiding van de heer Spoelstra, die op 1 oktober 1959 zijn dertigjarig jubileum hoopt te vieren, zich steeds ten volle voor het bedrijf heeft ingezet. De heer Veenbaas besloot zijn overzicht met de woorden, destijds uitgesproken door de heer Weitkamp te Hardenberg die als spreker optrad tijdens de oprichtingsvergadering: “Eén voor allen en allen één”. Spreker uitte de wens, dat “Blijft Trouw” tot in lengte van dagen zal bloeien tot heil van Avereest en dat het bedrijf zijn zelfstandigheid zal behouden in centraal verband. Vervolgens kwamen nog diverse sprekers aan het woord. In de avonduren waren de leden met hun dames in grote getale aanwezig in de E.D.S.-hal, waar het cabaret-gezelschap Alex Wins uit Ede optrad. De kinderen deelden, door een speciaal middagprogrammma, uiteraard ook in de feestvreugde.

Naschrift

Ik ben mij er volkomen van bewust, dat vorenstaand artikel geen volledig beeld weer geeft van de Coöperatieve Verbruiksvereniging “Blijft Trouw” te Dedemsvaart. Naar alle waarschijnlijkheid zullen er wel meer personen in dienst zijn geweest bij” de Coöperatie”, dan hiervoor is vermeld. De namen van de niet genoemde medewerkers waren mij bij het schrijven van dit artikel uiteraard niet bekend. Aan die “vergeten” medewerkers bied ik bij deze mijn welgemeende verontschuldigingen aan. De gegevens over “Blijft Trouw”, die wel in mijn archief waren opgeslagen, heb ik echter allemaal vermeld. Door het schrijven van dit artikel heb ik slechts getracht het bestaan van “Blijft Trouw” in Dedemsvaart, die destijds zo’n belangrijke rol in de Dedemsvaartse gemeenschap heeft vervuld, aan de vergetelheid te ontrukken.

Peter Makaske, amateur-historicus

error: Inhoud is beveiligd! ©HVAvereest