Ga naar de inhoud

De tuinarchitecte Mien Ruys.

Dedemsvaart 1904

Mien Ruys is Nederlands meest beroemde tuinarchitecte. Zij was bij haar leven al een legende. Vanaf dat zij is gaan experimenteren, maar vooral met het inrichten van de voorbeeldtuinen te Dedemsvaart is zij steeds bekender geworden. Haar voorbeeldtuinen zijn intussen ondergebracht in de stichting “Tuinen van Mien Ruys”. Het is dit jaar 100 jaar geleden dat Mien Ruys is geboren in Dedemsvaart. Op 15 april 1904 verscheen Bonne Ruys, met twee getuigen bij de ambtenaar van de Gemeente Avereest om de geboorte van zijn dochter Wilhermina Jacoba (Mien) aan te geven. Zijn dochter was kort daarvoor geboren, n.l. op 12 april (nt l). Mien Ruys is vernoemd naar de oudste zuster van haar vader. De getuigen bij de aangifte waren: Theodorus Ruys, 34 jaar, arts, en H. Meester, gemeenteambtenaar van Avereest. De ouders van Mien Ruyg waren Bonne Ru~s, kweker, en Engelina Gijsberta Fledderus. Mien Ruys is overleden in januari 1999, zij werd 94 jaar.

Jonge jaren en interesse voor wat groeit en bloeit

Al vroeg kreeg Mien Ruys interesse en voldoening in het omgaan met planten. Die belangstelling voor planten is natuurlijk niet zo verwonderlijk, want als dochter van een kweker kwam zij al vroeg in aanraking met planten en bloemen in de kwekerij van haar vader. De kwekerij van haar vader (kwekerij “Moerheim”), was gelegen achter hun woning, huize “Nieuw Moerheim” aan de Moerheimstraat. Later kreeg dit het huis de naam “Lellingbo”.

De Moerheimstraat heette toen nog Hoofdvaart. Zowel de kwekerij van haar vader, als het omgaan met planten bracht haar in contact met de natuur, met alles wat groeit en bloeit. Haar jeugd bracht ze door in Dedemsvaart. Een mooie tijd. Haar vader reed per paard door Dedemsvaart. Dat was in de tijd dat er nog weinig auto’s waren. Oudere inwoners van onze gemeente kunnen zich Bonne Ruys nog wel herinneren. Overigens was de familie Ruys vooruitstrevend. Zo hadden zij als één van de eersten een telefoon aansluiting in Dedemsvaart (nt 2), wat overigens een noodzaak was voor een bedrijf met buitenlandse afnemers. Eveneens hadden zij als eerste (1910) een auto in Dedemsvaart.

De gebouwen van Kon. Kweekerij “Moerheim”.

Opleidingen

Al jong mocht Mien Ruys experimenteren op een gedeelte van de kwekerij direct achter hun woning. In het begin ondervond zij dat het niet vanzelf goed kwam. Tuinen ontwerpen is een vak, zo moest zij ervaren. Zij liet het daar niet bij. Door vol te houden en te experimenteren ontstonden in 1924 haar eerste voorbeeldtuinen. Mien Ruys heeft een opleiding gevolgd in Berlijn aan de Landwirtschaftshochschule, met als specialiteit tuinontwerpen. Er waren destijds nog geen opleidingsmogelijkheden in Nederland. In het kwekerijbedrijf van haar vader kreeg zij de afdeling tuinarchitectuur (tuinontwerpen) onder haar hoede. Deze afdeling was reeds in 1917 door haar vader opgericht. Ook heeft Mien Ruys enige jaren een opleiding gevolgd in de architectuur, wat haar later zeer goed van pas zou komen bij haar samenwerking met architecten. Haar brede belangstelling mag zeker ook blijken uit de interesse voor kunst. Schilderslessen ontving zij van haar jonge plaatsgenoot Auck Fock van Coppenaal.

Kwekerij Moerheim

De kwekerij van haar vader heeft een belangrijke plaats ingenomen in het leven van Mien Ruys. De kwekerij, die in 1888 is opgericht, mocht zich in 1904 koninklijk noemen (nt 3). Vader Bonne Ruys is begonnen met tuinzaden, vruchtbomen, bessenstruiken, bloemen en planten. Haar grootvader, Jan Daniël Ruys, had zich in 1867 gevestigd te Dedemsvaart en woonde op huize “Moerheim”. Hij had niet alleen de achter deze woning liggende grond, maar in 1877 ook nog 14 ha grond gekocht aan de oostzijde van de Nieuwewijk. Wat haar vader Bonne Ruys betreft, deze was op jonge leeftijd goed bevriend met François van der Elst van kwekerij “Tottenham”. Bonne Ruys wist dan ook al vroeg wat hij wilde worden: kweker. Hij heeft op 17-jarige leeftijd in 1882 gewerkt bij “Tottenham” en naderhand ook bij andere kwekerijbedrijven. Toen hij in 1888 voor zichzelf begon (hij was intussen 23 jaar), kocht hij de oostelijk van Huize “Moerheim” staande boerderij van voorheen veenbaas Berend Jonker (nt 4) met de daarachter liggende grond. Opvallend is dat deze vroegere boerderij nu, anno 2004, nog steeds goed is te herkennen: Later kwam daarbij het woonhuis “Nieuw Moerheim” (herenhuis “Lellingbo”) en weer later de grote zaadschuur. In 1919 werd grond bij de Rollepaal gekocht en in 1928 werd de kwekerij “Tottenham” overgenomen van A.M.C.van der Elst. Ook daar werd toen een zaadschuur/opslagloods gebouwd. De kwekerij had toen een oppervlakte van ruim 48 ha en was daannee in die tijd de grootste vaste plantenkwekerij van Europa. Een kleinzoon van Bonne Ruys is ook nu nog werkzaam met het kweken van planten (nt 5).

Parkaanzicht, ontworpen door Mien Ruys.

Mien Ruys wordt bekend

Mien Ruys is met haar eigen tuinen begonnen bij de kwekerij van haar vader. Ze had haar eerste proeftuin in 1924 in de moestuin achter hun huis. Eén van haar eerste grote ontwerpen was in 1935 de fraaie uitbreiding van het gemeentepark, gelegen achter het gemeentehuis van Avereest aan de Moerheimstraat te Dedemsvaart. Het park kreeg toen de naam “Burgemeester Visserpark”. Sindsdien kwamen er steeds meer opdrachten voor tuinontwerpen voor Mien Ruys, aanvankelijk in de regio, maar later steeds meer in het gehele land. Als eerste was Mien Ruys bielzen gaan gebruiken bij de inrichting van tuinen. Zij werd daarom destijds wel “bielzen-Mien” genoemd. Het heeft haar bekendheid gebracht. Toch heeft zij naderhand ook andere materialen gebruikt bij de tuininrichting. Mien Ruys introduceerde in de jaren zeventig de “griontegels” (De voorloper van de gewassen grindtegel). Daarnaast gaf zij vaak aan kunst een opvallende plaats in haar tuinontwerpen.

Een krantenbericht: “Duits bezoek aan Moerheim.” 

“In maart 1933 werd door een gezelschap van 80 Duitsche heeren en enkele dames een bezoek gebracht aan de N. V Koninklijke Kwekerij “Moerheim” alhier. De bezoekers, merendeels kweekers uit de omgeving van Dortmund werden rondgeleid door Mej. Mien Ruys en den heer Th. Ruys, één der directeuren. Het bezoek gold speciaal, de kassen der Kweekerij. Te ongeveer 6.30 uur vertrok het gezelschap in een groote touringcar na, vooraf in het Hotel “Steenbergen” te hebben gedineerd.”

In het archief van de jaren 1953/1969 wordt de samenwerking met Hans Veldhoen vermeld. Er worden daarin 169 ontwerpen genoemd. Particuliere tuinen werden ontworpen, o.a. in Aerdenhout, Almelo, Apeldoom, Emmen. Maar ook ontwerpen voor de aanleg van een park bij de NV Koninklijke Nederlandse fabriek van goud- en zilverwerken van Kempen en Begeer te Coevorden en bij het ziekenhuis te Hardenberg. Nadien heeft Mien Ruys ook de tuin bij de toenmalige huisartsenpraktijk van H.W. Lettinga aan de Eekwal te Zwolle ontworpen. Af en toe kwam ze met laarzen aan de tuin inspecteren en gaf ze aanwijzingen (nt 6). In 1954 heeft zij met Theo Moussault het kwartaalblad “Onze eigen tuin” opgericht. Dit fraaie tijdschrift bestaat ook nu nog steeds. Mien Ruys was met Theo Moussault getrouwd. Ook verschenen er tuinboeken. In Amsterdam werd het tuin- en landschaparchitectenbureau opgericht. Dit bureau was in Amsterdam gevestigd aan de Amstel. Voor Mien Ruys betekende het, dat zij haar tijd moest verdelen tussen haar drukke werk in Amsterdam, het tijdschrift, de opdrachten, de samenwerking, en de tuinen in Dedemsvaart met de toenemende en steeds verdere ontwikkeling daarvan. Dus ’s winters wonen aan de Amstel te Amsterdam en ’s zomers in Dedemsvaart temidden van haar tuinen. Mien Ruys had visie; n.a.v. de beplanting van het rond 1966 gedempte kanaal de Dedemsvaart gaf ze als haar mening, dat het volgens haar best ook anders had gekund dan de destijds door de Provincie aangeplante rechte rijen met bomen.

Kunstenaars

De samenwerking met architecten en kunstenaars ging Mien Ruys niet uit de weg als tuinarchitecte. Bij een ontwerp voor een weverij in Bergeijk van de bekende architect Gerrit Th. Rietveld, richtte Mien Ruys het terrein in. Voor architect Ben Merkelbach ontwierp ze de buitenruimte bij het plan voor de Amsterdamse woonwijk Frankendaal. Met de Dedemsvaartse kunstenaar Auck Fock van Coppenaal had ze intensief contact (nt 7). In de tuinen te Dedemsvaart bevindt zich een door hem ontworpen ronde waterbol waar het water zachtjes overheen vloeit, een spel van licht en schaduw meldt ons de routebeschrijving (nt 8). Mien Ruys heeft in het verleden wel eens bemiddeld bij het verkrijgen van opdrachten. Als voorbeeld geeft de kunstenaar Auck Fock van Coppenaal aan een waterplastiek voor de tuin van prinses Margriet en Pieter van Vollenhoven en de plastiek bij het Atlasgebouw op Schiphol. In 2003 werd door Auck Fock van Coppenaal een Jubileumexpositie gehouden in de tuinen van Mien Ruys. Net als bij kunstenaars was ook het streven van Mien Ruys om steeds vernieuwend bezig te zijn in haar ontwerpen. In haar eigen tuinen was zij steeds bezig met het experimenteren en vernieuwen. De doelstelling, het experimenteren, wordt ook nu nog door de stichting “Tuinen Mien Ruys” uitgedragen naast het behoud, beheer en de openstelling van de tuinen.De stichting is in 1976, opgericht om de tuinen van Mien Ruys voor de toekomst te behouden.

Tuinen

De voorbeeldtuinen zijn geleidelijk uitgegroeid tot de 25 voorbeeldtuinen die thans door de stichting “Tuinen van Mien Ruys” worden beheerd. Om de tuinen voor de toekomst veilig te stellen zijn deze in 2003 voorgedragen als rijksmonument. Het betreft de eerste tuin uit 1924, de proeftuinen uit 1927 en een in de tuinen staande oude schuur uit 1930 (nt 9). De aanwijzing als monument wordt door het bestuur van de stichting “Tuinen Mien Ruys” positief gewaardeerd.

Prinses Juliana op bezoek bij Mien Ruys.

Koninklijke belangstelling

De eerste keer dat een lid van de koninklijke familie een bezoek bracht aan de koninklijke kwekerij “Moerheim” was in 1911. In dat jaar bracht Prins Hendrik, de echtgenoot van koningin Wilhelmina, een bezoek aan kwekerij “Moerheim” te Dedemsvaart. Vanzelfsprekend was Mien Ruys, het toentertijd 7-jarige dochtertje van Bonne Ruys, getuige van dat bezoek en misschien mocht zij de prins zelfs iets aanbieden, ongetwijfeld bloemen. De toegang van de kwekerij was geheel versierd met planten en met uit planten/bloemen bestaande guirlandes. Een heel ander koninklijk bezoek was dat van H.M. Koningin Juliana in 1950. Dit bezoek zal een aantal van onze leden zich nog wel herinneren. Het was het eerste bezoek aan kwekerij “Moerheim” van koningin Juliana en trouwens ook het eerste bezoek aan de gemeente Avereest. Begrijpelijk is dat de relatie van Mien Ruys met koningin Juliana een geheel andere was dan die met prins Hendrik in 1911. Naast de belangstelling voor kwekerij “Moerheim” heeft koningin Juliana in 1950 uiteraard ook de modellen voorbeeldtuinen van Mien Ruys in de kwekerij bewonderd. Sindsdien is de koninklijke belangstelling gebleven. Opnieuw bracht prinses Juliana in 1988 een bezoek aan “Moerheim”. Dit keer vanwege het 100-jarig bestaan van de kwekerij en waarbij zij eveneens een uitvoerig bezoek bracht aan de tuinen van Mien Ruys. De prinses kreeg van Mien Ruys deskundige toelichting bij de tuinen. Goede betrekkingen met de koninklijke familie zijn er altijd geweest. Mien Ruys was ook adviseur van andere leden van het koninklijk huis.

In 1997 werd het koninklijke wapenschild van “Moerheim” gerestaureerd door de heer G.J. Sasbrink en op 14 maart 1998 is het weer opnieuw aangebracht aan de gevel van kwekerij “Moerheim”. De onthulling van het gerestaureerde koninklijk wapenschild werd verricht door Mien Ruys en mevrouw 1. RuysAbel, echtgenote van haar overleden broer Th. Ruys Bzn., in leven directeur van kwekerij “Moerheim”. Mien Ruys was overigens zeer ingenomen met dit gerestaureerde wapenschild, een “beauty” was haar mening. Deze activiteit zou haar laatste openbare optreden worden.

Tenslotte

Mien Ruys is op 9 januari 1999 overleden. Op haar grafmonument kunnen we de volgende regels lezen:

de seizoenen zullen over deze

tuin en over onze levens gaan,

hoeveel voetstappen lieten

we daar niet achter

Eerbetoon

Als dank en erkenning voor wat Mien Ruys voor de gemeente Avereest en voor Dedemsvaart in het bijzonder heeft betekend werd kort na haar overlijden haar naam gegeven aan een riante laan in Dedemsvaart, de: Mien Ruyslaan. Mien Ruys behoort zeker tot de meest bekende Avereesters. Wellicht is het boeiende en interessante leven van deze voormalige inwoonster van Avereest geschikt voor een biografie over haar leven en werk.

Henk Jan Krikke

Noten

  • 1. Mien Ruys was een achterkleindochter van Bonne Berends. Zie over Bonne Berends en Liebegien Kreuzen, J.Drent, Bijdrage tot de geschiedenis van de gemeente Avereeest, blz. 168, en W. Visscher, Een wereld van turf,  blz. 295.
  • 2. telefoongids 1910.
  • 3. Ook de kwekerij Tottenhanz had in die tijd het predikaat “koninklijk”. Opmerkelijk dat in het begin van de 20e eeuw binnen de gemeente Avereest twee koninklijke kwekerijen naast elkaar bestonden.
  • 4. Tegenover de boerderij van Berend Jonker aan de zuidzijde van de vaart ligt de Berend Jonkerswijk, zie het boek Wijkend Verleden blz. 75. Thans Jonkerswijk, het eerste gedeelte heel Catharina van Rennesstraat.
  • 5. Gesprek Theo Ruvs, door J.Th. Bos “rozen met fabrieksgarantie” in Weekmedia “De Ronde Vener”, 28 okt.1998, interview vanwege de Internationale Bloemen Vaktentoonstelling.
  • 6. Veelal werd Mien Ruys met laarzen aan gesignaleerd als ze in haar tuinen bezig was.
  • 7. Auck Fock van Coppenaal gaf in zijn interview aan de Dedemsvaartse Courant, d.d. 31 dec. 2003, en passant een korte karakterbeschrijving van Mien Ruys: “Een fantastische vrouw”.
  • 8. De stimulans voor een waterbol in de tuinen kwam, aldus Mien Ruys, van haar man Theo Moussault.
error: Inhoud is beveiligd! ©HVAvereest