Ga naar de inhoud

Dedemsvaart in vogelvlucht (I)

Inleiding

Tijdens het bijwerken van mijn archief stuitte ik op een exemplaar van het Christelijk Historisch Dagblad voor Nederland “De Nederlander” van vrijdag 31 juli 1936, met op de frontpagina de kop “Dedemsvaart in Vogelvlucht”. Het leek mij, uit historisch oogpunt gezien, een goed idee om enkele advertenties van reeds lang verdwenen zaken in Dedemsvaart en berichtjes uit die krant van ruim 70 jaar geleden over te nemen en eventueel aan te vullen, c.q. van enig commentaar te voorzien.

Het artikel van de burgemeester

Op de frontpagina, de belangrijkste pagina van een krant, werd het uitstekend geschreven artikel van de toenmalige burgemeester, Mr. Willem Adriaan Johan Visser, ambtsperiode 7 november 1932 tot 26 juli 1937, weergegeven. In bloemrijke bewoordingen zette de Avereester burgervader “zijn” gemeente op de kaart. Mr. Visser stond in zijn artikel stil bij de stichter der Dedemsvaart Willem Jan Baron van Dedem. Vervolgens roemde hij de veerkracht en de vasthoudendheid van de Dedemsvaartse zakenlieden, die, ondanks de moeilijke crisisjaren het hoofd boven water trachten te houden.

Het kerkelijk leven

Van kerkelijke zijde werd in gemelde krant een artikel opgenomen van de hand van Ds. Pieter van der Sluys, Nederlands Hervormd predikant in Dedemsvaart, die in vogelvlucht het kerkelijk leven in Dedemsvaart beschreef. Ds. Van der Sluys (rechts op bijgaande foto; links zit ds. Wendte. Beiden waren destijds predikant van de Ned. Herv. Gemeente) heeft de Nederlands Hervormde Gemeente van Dedemsvaart bijna 30 jaar gediend, namelijk van 1923 tot 1952. Hij heeft in zijn uitzonderlijk lange ambtsperiode kinderen gedoopt, waarvan hij de moeder destijds ook doopte. Ds. Van der Sluys besteedde in zijn artikel ook de nodige aandacht aan de andere kerken in Dedemsvaart, waaronder de Roomsch-Katholieke Kerk en de Gereformeerde Kerk. De pastorie van ds. Van der Sluys was gevestigd in Huize “Marquette” aan de Moerheimstraat nummer 98 te Dedemsvaart.

Het politieke leven

De Christelijk Historische Unie (C.H.U.) bracht door middel van haar voorzitter, de heer Jan de Jong, haar politieke ideeën ter kennis van de lezers. In de dertiger jaren van de vorige eeuw had de C.H.U. bij elke verkiezing in de gemeente Avereest circa 1300 stemmen. De Christelijk Historischt Unie werd destijds met de A.R.P. (Anti Revolutionaire Partij) en de K.V.P. (Katholieke Volkspartij) samengevoegd tot het C.D.A. (Christen   Democratisch Appèl).

Jan de Jong

De heer Jan de Jong was godsdienstonderwijzer in dienst van de Nederlands Hervormde Gemeente van Dedemsvaart, gedurende de periode 1928 – 1961. Zijn arbeidsterrein lag hoofdzakelijk in de gemeente Zuidwolde (nu: gemeente De Wolden) en bestond uit de werkgebieden Drogteropslagen, Vuile Riete en Linde. Ook een belangrijke taak van de heer De Jong was dat hij samen met zijn vrouw Jentje Gort (zie foto hiernaast) van 1932 tot 1944 de directie over het toen zo geheten Rusthuis voor Ouden van Dagen “Avondlicht” voerde. In november 1944 ging de directie van “Avondlicht” over op het echtpaar Jacobus Schout-Alida Schout-Borsje. Op muzikaal gebied stond de heer De Jong ook zijn mannetje door uit de gelederen van de Christelijke Jongelingsvereniging “Prediker 12: 1a”, een muzikaal groepje te vormen, wat in een later stadium resulteerde in de oprichting van de Christelijke Muziekvereniging de “Dedemsvaartsche Harmonie”. Op 16 april 1962 smolten het Fanfare Orkest “Euphonia”, opgericht in 1911 en de “Dedemsvaartsche Harmonie”, opgericht in 1929 ineen tot een nieuwe vereniging, die de naam “Jubal” kreeg.

In gemelde krant “De Nederlander” werd ook onderstaand artikel opgenomen over het Rusthuis voor Ouden van Dagen “Avondlicht”.

IETS OVER HET RUSTHUIS VOOR OUDEN VAN DAGEN “AVONDLICHT”

Als blijk van gezond kerkelijk geestelijk leven staat in Dedemsvaart het tehuis voor ouden van dagen “Avondlicht”. Neen een gesticht is het niet, een tehuis in den vollen zin van het woord, een tehuis gegroeid in een lange reeks van jaren. “De armen hebt gij altijd met u.” Dit woord van Jezus werd ook in de Dedemsvaartsche gemeente bewaarheid, een woord, dat door de gemeente ter harte werd genomen. Wanneer wij de geschiedenis der Herv. Gem. van Dedemsvaart nagaan, blijkt, dat de diaconie haar taak door alle tijden zeer serieus heeft opgevat. Een zeer belangrijke stap was toen de diaconie overging tot het inrichten van een woning voor alleenstaande arme bejaarde menschen. Dit was in 1850. Pover was het begin en toen in 1876 het eerste armenhuis werd gebouwd aan de Langewijk, waar de bewoonsters en bewoners hun eigen potje moesten koken, was alles zeer primitief en vaak alles behalve zindelijk. Dat de toestand niet was zooals zij wezen moest, was bij de diaconie en de gemeente wel bekend. Eindelijk, in 1911, kwam er verbetering in zicht toen aan de tegenwoordige Wethouder Molstraat een flink terrein werd aangekocht, waarop een nieuw tehuis werd gebouwd. In 1912 werd dit tehuis geopend, niet als armenhuis maar als oude liedenhuis, terwijl als vader en moeder een echtpaar werd aangesteld. Dit was voor de oudjes al een heele verbetering.

De diaconie zat niet stil: Het tehuis werd verbouwd en nog al eens verbouwd. De naam “oude liedenhuis” werd veranderd in “Avondlicht”. De namen “Vader en Moeder” werden omgezet in directeur en directrice. Zoo staat dan aan de Wethouder Molstraat een tehuis waarmede de gemeente van Dedemsvaart zich gelukkig mag prijzen. Een huis dat er wezen mag, naast een keurige gemeenschappelijke conversatiezaal, keurige zitslaapkamers voor echtparen. Nette frissche slaapkamers voor alleenstaande personen, ziekenzaaltjes, centrale verwarming, mooie tuin, enz. Was oorspronkelijk de opzet voor alleenstaande en bejaarde echtparen uit de gemeente, allengs is men er toe overgegaan om ook gegadigden van buiten op te nemen. Waarschijnlijk mede door de geringe verpleeggelden zijn er in de laatste jaren veel aanvragen van buiten gekomen. Momenteel kunnen nog enkele echtparen en alleenstaande personen worden opgenomen. Wat vooral in den opzet valt toe te juichen is, dat er zooveel mogelijk naar gestreefd wordt om alles wat aan een gesticht doet denken te weren en zooveel mogelijk “Avondlicht” tot een tehuis te maken, waar de echtparen hun eigen woning hebben. Wij hopen van harte dat “Avondlicht” voor veel ouden van dagen moge blijven een tehuis, waar men naast een goede lichamelijke en geestelijke verzorging een rustigen ouden dag heeft en door vele ouden van dagen moge ervaren worden “ten tijde des avonds zal het licht zijn. “

De limonade- en ijsfabriek annex brandstoffen Gebr. Meijerink

Op bijgaande foto staat Hendrik Meijerink afgebeeld in de Marktstraat, naast de in het jaar 1921 in Coevorden gekochte vrachtauto, die het kenteken E 5060 draagt. In de auto zit Willem Meijerink, de vader van Hendrik Het huis op de foto is ongeveer in het jaar 1925 gebouwd door het architectenbureau, annex aannemersbedrijf van de gebroeders Geert en Johannes van Goor te Dedemsvaart. Hendrik Meijerink en zijn broer Teunis Hendrik dreven destijds in de Marktstraat een handel in bier en limonades. Het bier werd betrokken van de Hengelosche Bierbrouwerij N.V. te Hengelo (0). Later werd er in gemeld pand een installatie aan gebracht voor de bereiding van staven ijs, die bestemd waren als koeling , voor slagerijen en dergelijke in Dedemsvaart en omgeving, omdat er toen in die bedrijven nog geen koelmachines aanwezig waren. (Jaren later begon Hendrik Meijerink een brandstoffenhandel in en op het perceel Langewijk 154, Dedemsvaart).

Met de op de foto afgebeelde vrachtwagen werden het bier en de limonades in vaten en kratten afgeleverd bij de diverse horeca-ondernemers in de regio Dedemsvaart. De vrachtwagen was van Duits fabrikaat, van het merk: “Dürkopf”. De lijsten van de portieren, alsmede de lantaarns waren van koper. De verlichting bestond uit kaarsen. Hendrik Meijerink vertelde, dat ze op zekere avond in de jaren twintig van de vorige eeuw, komende vanaf Hoogeveen, bijna waren verongelukt. De Meijerinks reden namelijk in de duisternis bijna op een onverlichte venterswagen, doch gelukkig zag de chauffeur op het allerlaatste moment, dat er een wit paard voor deze venterswagen stond. Het pand van de familie Meijerink in de Marktstraat is destijds afgebroken. Op de vrijgekomen grond staat nu een gedeelte van het winkelcentrum “De Vaart”. Bovenstaande gegevens kreeg schrijver dezes in april 1989 van Hendrik Meijerink (geboren in 1897).

Gerrit Jan Kwant

De bekende Dedemsvaartse bakker en winkelier Gerrit Jan Kwant had zijn woonhuis, winkel en bakkerij op de locatie Julianastraat-hoek Marktstraat te Dedemsvaart. Kwant was een bekend en vooraanstaand ingezetene, die veel voor Dedemsvaart heeft betekend. Naast zijn drukke werkzaamheden als zakenman besteedde hij zijn schaarse vrije tijd aan onder anderen de vereniging “Nut en Genoegen”. Deze vereniging organiseerde jaarlijks de viering van de Koninginnedag (31 augustus) en de diverse exposities, die destijds in Dedemsvaart werden gehouden, onder anderen de “DENIJLANTO” (Dedemsvaartse Nijverheids en Landbouw-tentoonstelling van 1938). Bovendien was Kwant secretaris van de afdeling Dedemsvaart van de Christelijk Historische Unie. Ook op kerkelijk gebied was Kwant erg actief en leidde hij gedurende een lange reeks van jaren een Zondagschoolklas in de Tuinstraatschool te Dedemsvaart. Op de locatie, waar de zaak van Kwant heeft gestaan, bevindt zich nu schoenhandel Jan Pas, Julianastraat 22.

Het pand van de familie Gerrit Jan Kwant.

De Firma Johs.van der Graaf Mzn.

De Firma Johannes van der Graaf Mzn. verzorgde een dagelijkse auto- en motorbeurtdienst Zwolle – Dedemsvaart – Hoogeveen. Naast de benodigde vrachtwagens had deze firma twee schepen in de vaart, te weten de “Baron van Dedem” en “De Strijd”.

Nostalgie

De zomervakantie, ook wel ‘We grote vacantie ” genoemd bedroeg in de dertiger jaren van de vorige eeuw voor de lagere scholen, nu basisonderwijs genaamd, drie weken. De leerlingen van de beide M.U.L.O.-scholen (Julianastraat, openbaar onderwijs en Moerheimstraat, bijzonder onderwijs) kregen, naar ik mij meen te herinneren, vijf weken vakantie. Wat moest je nu met die vrije dagen doen? Uitgaan, zoals iegenwoordig, was er in die tijd niet bij. Thuis blijven dus, eindje fietsen, partijtje voetballen met de jongens van “De Marktboys “, ofwat rondlummelen, wat ook spoedig verveelde. De firma Johs. van der Graaf Mzn. reed elke morgen onder andere naar Zwolle. Om een uur of acht was de grote expeditiewagen op de Markt aanwezig. Je vroeg dan heel vriendelijk aan de betreffende chauffeur of je eens een keer mee mocht naar Zwolle. De wereld is uiteindelijk groter dan het in die dagen saaie Dedemsvaart. Meestal mocht je dan de volgende morgen mee naar de hoofdstad. Pakje boterhammen en een fles koude thee in een tasje en je maaltijd was voor die uitgaansdag ook geregeld. Zowel op de heen- als op de terugweg werd diverse malen gestopt om pakjes en pakken bij de winkeliers te bezorgen. Je deed dan je uiterste best om de chauffeur tevreden te stellen, want dan mocht je misschien op een later tijdstip nog eens mee. Zoete herinneringen uit lang vervlogen jaren, die bij mij opkomen tijdens het schrijven. Nostalgie van de bovenste plank!
Wordt vervolgd!

Peter Makaske, amateur-historicus

error: Inhoud is beveiligd! ©HVAvereest